Even weg. Even geen ziekenhuisbezoek, geen PC, geen Laptop.
Geen zorgen over het nog steeds niet verkochte huis.
Boven op de bekende berg in Valkenburg ligt het prachtige Landal Greenpark, kasteel domein Cauberg geheten.
Vanuit onze bungalow kijken we naar de spits van de Julianatoren die nu goed te zien is omdat de bomen nog kaal zijn. We eten die avond in het restaurant op het park waarbij wij de bediening en de kok later een groot compliment geven.
De andere morgen rijden we het dorp uit, beklimmen al snel de eerste heuvel richting Nuth. We nemen een alternatieve route. Ik ken de streek hier op mijn duimpje. Via kleine gehuchtjes en dorpjes dat tegen licht glooiende heuvels geplakt schijnen te zijn, rijden we onder de zachte tonen van een Limburgs lied, richting Hoensbroek. De in gelid staande fruitbomen glinsteren vochtig in de milde zon. Nevelen tegen boorden van het bos lossen langzaam op. Boerderijen liggen verloren tussen omgeploegde kale akkers.
Een boer start zijn trekker, vogels dalen langzaam naar het land.
Een uur later kijken we tegen haar aan. Daar staat ze. Majestueus.
Kracht straal ze uit. Nostalgie van vervlogen tijden, gevat in de grootte van haar wezen, doet ons vol bewondering toekijken, nadat we eerst de wagen hebben stil gezet.
Als we over de dikke houten balken van de ophaalbrug lopen, de verweerde poort betasten, het grote plein betreden waar men jaren geleden een enorme waterput heeft ontdekt, bewonderen we op de enorme binnenplaats het 40 kamers tellende fenomeen, Museum Kasteel Hoensbroek.
Het oudste deel dateert uit 1250. De 60 m hoge toren laat zien dat er vroeger al vakmensen waren en iets hebben neergezet dat de tand des tijds kon doorstaan.
Om het kasteel, waar vroeger de Geleen en de Molenbeek en de Auvermoer samen kwamen, lag een moerasgebied, een natuurlijk verweer voor overvallers. Het geslacht Hoen dat lang eigenaar was, liet het in 1380 bij Heerlen inlijven.
Twee uur lang klommen we, bukten we ons, kreunden we over gemetselde smalle traptreden en hijgden in de nok van het kasteel.
We zagen in gemetselde hoeken de poepdozen (stilletjes) van weleer. De keuken en de wapenkamer waren een lust voor het oog, maar toen Marlika haar reuma vingers krom gingen staan van het vasthouden van de camera, besloten we weer af te dalen.
Beneden in de Domestiqueplaats namen we een warme koffie met een rijstevlaai en kwamen even bij. Daarna gingen we op weg naar de wereldtuinen van Mondo Verde in Landgraaf.
De zon scheen. De lucht was helder blauw. Het landschap glooide. Het was tintelend koud.
Tussen de akkers zoefden we voort en het leek of Limburg zong.
Daar is mijn vaderland
Limburgs dierbaar oord
Daar is mijn vaderland
Limburgs dierbaar oord.
Marlika heeft de foto's gemaakt. Bekijk vooral haar diashow.