Tussen IJhorst en Staphorst ligt een prachtige Boswachterij.
Over kleine slingerende wegen, langs akkers en vergezichten, zien we opeens meer dan 100 ooievaars rustig in een weiland tussen de grazende koeien lopen.
Zoveel ooievaars hebben we nog nooit bijelkaar gezien.
Vijf kilometer verderop rijden we onder de boomkruinen de Boswachterij binnen. Het domein van de reeën, dassen, eekhoorns, ransuilen en adders. Zanderige paden slingeren door het bos dat merendeel bestaat uit fijnsparren, Japanse larixen, douglassparren, Corsicaanse en Oostenrijkse dennen, maar ook staan er eiken en berkenbomen.
De loofbomen met prachtige herfstkleuren staan te pronken in de gestaag neervallende zachte regen.
Via een kleine zwarte ven lopen we een zandverstuiving op dat uiteindelijk een recreatievijver blijkt te zijn die de Zwarte Dennen wordt genoemd en in de zomer druk wordt bezocht.
Wij laten ons door de regen niet weerhouden om het prachtige bos in te lopen. Het mos heeft hier de naam Schorpioenenmos en als je er op loopt veer je op en neer zo dik en zacht is het.
Hier en daar staan nog wat verloren eenzame paddestoelen en even verderop schitterd een klein heideveld.
Helaas begint het keihard te regenen waardoor de middag letterlijk in het water valt en we genoodzaakt zijn om snel weer de auto op te zoeken.