Een paar jaar geleden liepen we door het Speulderbos bij Garderen. De stilte rondom was prettig. Na een tijdje stonden we voor een enorme kuil.
Midden in die kuil stond eeuwen geleden een machtig boos klooster. De monniken hadden toen hun ziel aan de duivel verkocht. ’s Nachts werd de zwarte mis gelezen en kwamen heksen aangevlogen en spoken zweefden tussen de bomen naar de bijeenkomst. Men dronk wijn uit emmers, aten gulzig, zongen, vloekten en spraken liederlijke taal en satanische dansen maakten het compleet. De duivel zorgde dat de wijn nooit opraakte en dat het klooster helverlicht werd zodat de dorpelingen vol angst binnen bleven. Een paar eeuwen geleden, tijdens een stormachtige kerstnacht hoorden de dorpeling een enorme klap, alsof de duivel in persoon met zijn woeste gevolg was aangekomen. Iedereen bleef angstig binnen. De andere morgen kwam een jongen het dorp inrijden en vertelde dat het klooster was verdwenen of verzonken. Er was alleen een kuil overgebleven. De bomen eromheen lagen plat.
Soms klinkt om middernacht bij het Solse gat vreemde geluiden en klokken van het verzonken klooster beginnen dan schor te luiden. Uit het bos verschijnen silhouetten van de geesten van de monniken. Ze klagen en lopen gebogen rondom het gat waar een onheilspellende blauwe gloed opstijgt. De omgeving straalt vijandigheid uit. Teruglopend, het werd al wat donker, ritselde het onheilspellend tussen de struiken.
Juli 2009. foto's van Internet.