Vanaf Schiphol gaat het naar Kualalumper, 3 uur wachten, overstappen naar vlucht Java, hoofdstad Jakarta. De zilveren vogel van Garuda landt boterzacht op Soekarno-Hatta Airport.
Onze gids wordt Jack, zoon van een Friezin. Hij rijdt ons in zijn patrouillewagen met airco, privé, drie weken lang dwars over Java. Geregeld door Aurora Amsterdam die ook onze trip Sumatra, Bali in 1999/2000 georganiseerd heeft. De hoofdstad Jakarta, vroeger Batavia en daarvoor Sunda Kelapa, ligt aan de oceaan en angstig laag ten opzichte van het oceaanwater. Als er geen dijk in zee komt zal de stad eens overstromen. We gaan naar de haven en lopen naar de prachtige houten schepen die hout aan het lossen zijn. De enorme haven Sunda Kelapa staat te branden in de zon en we hebben medelijden met de broodmagere mannen die enorme balken over een smal plankje van boord halen. Langs een stapel hout zitten vrouwen met warm eten, want als de mannen pauze hebben, kunnen ze even lunchen. Fotorolletje is vol, dus geen foto van het meer dan 400 jaar oude VOC-gebouw.
Het begint keihard te regenen, de straten staan in een mum helemaal blank. Het VOC-gebouw zien we in de verte en het ziet er nog prima uit. In de verte zien we ook nog een Minangkabau gebouw in een enorm pretpark, maar het heeft geen zin te stoppen. Als het hier regent loop je onder een waterval. We rijden gelijk richting Bogor en 10 minuten later rijden we op de tolweg weer in de bloedhete zon. Jakarta dat stinkt van de uitlaatgassen is voor ons niet zo interessant en we gaan ons concentreren en genieten in het tropische Bogor, voorheen Buitenzorg.
Java februari 2003. Wegens toen nog fotorolletjes, kunnen we niet al te veel foto’s maken.