Als we met de camper door het bosrijke gebied aan komen rijden zien we opeens boven op een rotsplateau een enorm kasteel liggen. Van 800 meter afstand lijkt het op een ontwerp uit Disneyland.
Daaronder, diep verscholen in een vallei ligt het romantische plaatsje Vianden. Gezien de ligging kan ik me voorstellen dat een troubadour in vervlogen tijden een ware aubade heeft gemaakt om de schoonheid van de omgeving en het majestueuze van het kasteel te bezingen. Rotsen, spelonken, grotjes, verweerde muren langs de weg, kantelen aan de ingang van de stad, kilometers bos en heel diep beneden een camping dat ligt te baden in zonnestralen, geven het geheel een sprookjesachtig aanzicht. Links over het stadje heen kijkend zien we een kabelbaan met stoeltjesliften, dat op dat moment matig bezet is. De huisjes op de steile weg naar beneden lijken op die van foto’s van Anton Pieck.
Het kasteel Vianden is gebouwd tussen de 11e en 14 eeuw en staat op de funderingen van een Romeinse vesting. (castellum) Het is een van de grootste en mooiste adellijke residenties van de Romaanse en Gotische perioden in Europa. Helaas is men aan het renoveren en zijn de meeste kamers niet voorzien van een inrichting, maar toch komt het overweldigend over. De steile weg naar boven beneemt ons de adem en moeten we zo nu en dan stoppen om even bij te komen.
De graven van Vianden hielden goede contact met de buurlanden en Hendrik van Vianden kreeg zelfs de bijnaam de Zonne-graaf. In 1417 behoorden de nieuwe eigenaren tot het huis van Nassau, dat in 1530 ook het prinsdom Orange verwierf. Zowel koningin Wilhelmina, Juliana en Beatrix worden in het kasteel bij name genoemd. De kapel met haar felle kleuren is een lust voor het oog en menig camera vereeuwigd het. Het huis van Oranje, onder Koning Willem I, 1820, had geld nodig en verkocht het kasteel aan de Groothertogelijke familie, dat er in 1977 een staatsbezit van maakte. Deze familie liet het kasteel restaureren in zijn oude glorie en momenteel is het een toeristische attractie van jewelste.
Na anderhalf uur binnen gedaald en geklauterd te hebben, gaan we terug en rijden het mooie plaatsje uit richting de camping, want we zagen boven in de nok van het kasteel dat het weer onverwachts omslaat. Donkere wolken pakken zich boven de heuvels samen. De donder gromt. Een lichtstraal klieft door het firmament. Als we de camping oprijden gaan de hemelsluizen een half uur lang wijd open.
Nevel sluipt daarna grillig over het terrein. In haar wazige klauwen verdwijnen de bomen, de struiken, de tenten en caravans.
In de verte protesteert een uil.
De Woltz dat meer water moet verwerken stuwt dit wild bruisend tegen de stenen dammetjes die de kinderen al spelend hebben gemaakt. Een plons doet vermoeden dat een kikker het hazenpad kiest.
Verder is het doodstil op de camping.
We zijn gevangen in een nevelige mystieke wereld dat geen enkele geluid door laat.
Aleen het sijpelen van regenwater uit de bomen en op het dak van de camper is hoorbaar.
De koffie staat te pruttelen.
Het was weer een schitterende dag in een bijzonder land.
Luxemburg.
Augustus 2012.