Aan de ‘s Gravenweg in Capelle aan den IJssel ontdekten wij een Heemtuin tussen de dure villa's en weilanden.
Het idyllische smalle laantje met knotwilgen ligt recht tegenover de Chinese Muur, de benaming die men heeft gegeven aan de honderden meters betonnen hoogbouw van deze stad. De wildtuin oogt meer als een kleine door bomen omgeven paradijsje. Het adem rust, de beekjes murmelen het water naar de smalle sleufjes waar vroeger de braamstruiken en brandnetels de overhand hadden. Hoveniers hebben van een drassige woestenij een wilde tuin gemaakt zodat paddenstoelen de kans hebben gekregen zich met honderden hier te vestigen.
Een spin zal vanavond een volwaardige maaltijd hebben, want de argeloze prooien liggen zieltogend in de kleverige massa van haar draden. Een klein dier, pijlsnel, schiet voor onze voeten door het bevochtigde kreupelhout. Twee prehistorische torren qua rugschild, blijven doodstil zitten als we even van het zompige pad afgaan om een paddenstoel te vereeuwigen. De houtsnippers op de kleine paden absorberen het vocht, het houten bruggetje dat uit vier paaltjes bestaat verzakt zompige geluiden makend als we er over lopen. Het bos ruikt, de stilte is alom, de paddenstoelen zijn er in allerlei soorten. Tientallen plassen hebben zich verenigd tot een meertje waar planten langs de oever goed gedijen.
De paarse bloemen van het longkruid steken fel af tegen het groen en zelfs een late smeerwortel oogt nog vrij fris. Opeens, nog nooit gezien, staat daar de knalrode Inktviszwam. Wat een pracht exemplaar naast witte stinkzwammen, soms kaarsrecht en sommige geplet. Geen egels, insecten, waterjuffers, libellen meer, want die komen pas terug in de lente en dan zullen wij de tuin zeker weer met een bezoek vereren.
De namen met plaatjes van de aanwezige paddenstoelen stonden op een groot bord. Wel zo attent van de hoveniers.
Capelle aan den IJssel. 12.10.2017.